Nederlandse naam: Rode rattenslang, korenslang of, in de volksmond, Gut
Familie: Colubridae
Leefgebied: Verenigde Staten, met name in het zuidelijk deel
Lengte: 120-160 cm, met uitschieters van 200 cm
Gewicht: 450-900 gram, afhankelijk van de grootte
Levensduur: 15-25 jaar
Uiterlijk:
De rode rattenslang is een vrij kleine slang, die maximaal 160 cm zal worden in gevangenschap. Ze hebben een dun maar sterk uiterlijk. Hun patroon is makkelijk te herkennen aan de zogeheten zadelvlekken (vlekken in de vorm van een zadel, die van voor naar achter steeds kleiner worden). Bij de nek van de slang zijn deze zadelvlekken zelfs met elkaar verbonden, en is het enige wat ze van elkaar onderscheidt een stip bovenop de slang. Helemaal bij de staart zijn de zadelvlekken praktisch verdwenen, en is enkel nog de basiskleur van de slang te zien. De in het wild voorkomende kleur van de rode rattenslang is, zoals de naam al zegt, rood. De basiskleur van de slang is vaak oranje/bruin, en de zadelvlekken zijn rood. De buik van de rode rattenslang is zwartwit geblokt. Veel mensen denken dat hij hierom de naam korenslang heeft gekregen, omdat dit geblokte patroon sommige mensen aan het indiaanse graan of mais doet denken. Een andere theorie over waar de naam vandaan komt is dat boeren deze slangen vaak in hun korenschuren aantroffen, waar de slangen op muizen en ratten joegen. Meer over het uiterlijk in het ‘kweek’ gedeelte van deze caresheet
Gedrag:
P.guttatus zijn doorgaans behoorlijk rustige slangen. Ze zullen ook in je hand weinig bewegen. Met name volwassen zijn het hele makkelijke dieren in omgang. Dit betekent echter niet dat ze het leuk vinden dagelijks vastgehouden te worden. Jonge dieren willen nog wel eens musken (het afscheiden van een naar urine stinkende vloeistof afkomstig uit de cloaca), poepen en/of bijten. Dit is vaak defensief gedrag. En wie kan het ze kwalijk nemen? Jij bent een groot mens, en zij zijn maar een klein slangetje. Wat etensgedrag zijn P. guttatus redelijk voorspelbaar. Ze zullen doorgaans goed eten en niet snel braken uit stress. Ook is het belangrijk om je P. guttatus te ‘kennen’. Dit houdt in dat je de lichaamstaal van je slang kunt lezen, en kunt zien wat ze ‘bedoelen’ als ze bepaalt gedrag vertonen. Hieronder enkele voorbeelden:
- Onder de spot gaan liggen: ze verteren hun voedsel, of ze hebben het te koud
- Opeens veel actiever zijn: ze zoeken eten of ze zoeken (bij vrouwelijke gutten) een plek om hun eieren te leggen. Bij mannelijke gutten in de paartijd houdt het in dat ze op zoek zijn naar een vrouwtje
- In de waterbak liggen: het is niet vochtig genoeg, of te warm, of ze hebben iets onder de leden (zie; medisch)
- Veel verstopt zitten: stress of ze zoeken een plek waar ze ongestoord hun voedsel kunnen verteren of op kracht kunnen komen
- De S-positie: ze zijn klaar om te bijten, en ze willen dat je van ze weg gaat
- Musken: ze voelen zich bedreigd
Huisvesting:
Een rode rattenslang is een doorgaans luie slang. Je zult ze vaak alleen ’s avonds in beweging zien, als de lichten uitgaan. Het is dan ook een schemeractief dier. Om deze reden heeft de slang geen verschrikkelijk groot hok nodig. Een jonkie kan het eerste jaar van zijn leven prima vertoeven in een terrarium van 60x40x40 centimeter, het 2de jaar in een terrarium van 80x40x50 centimeter, en vanaf het 3de jaar tot het eind van z’n leven zal je de slang prima kunnen huisvesten in een terrarium van 100x50x50, hoewel ik zelf 120x60x60 een mooiere maat vindt voor een slang van anderhalve meter. Het terrarium moet aan een aantal eisen voldoen. De temperatuur, ventilatie en luchtvochtigheid moeten op peil zijn, en er moeten voldoende ornamenten zijn. Zorg ook dat alles goed is afgesloten. Baby's kunnen zichzelf door de kleinste gaten wringen, en als ze eenmaal ontsnapt zijn is het ZEER moeilijk tot onmogelijk ze ooit nog terug te vinden.
Bij het instellen van de temperatuur moet aan 3 eisen voldaan worden. De eerste eis is dat er een warme kant moet zijn van 26-28 graden celcius, met maximaal 32 graden onder de spot. De koude kant moet 22-24 graden zijn. Vaak is deze temperatuur te bereiken door 1 lamp aan de warme kant te hangen en die door middel van een dimmer op de juiste temperatuur in te stellen. ’s Nachts moet er een temperatuur van 22 graden bereikt worden. Deze temperatuur luistert niet zo nauw, maar liever niet onder de 18 graden, of boven de 23 graden.
Luchtvochtigheid:
De luchtvochtigheid bij een Pantherophis guttatus hoeft niet zo hoog te zijn en luistert niet echt nauw. Het enige waar dit belangrijk voor is, is het goed vervellen van de slang. De RV (relatieve luchtvochtigheid) moet ongeveer 35% zijn, wat tot 50% opgevoerd moet kunnen worden als de slang in de vervelling ligt. Het optimaal kunnen bepalen van de luchtvochtigheid is makkelijk te doen door simpelweg de waterbak dichterbij de spot te zetten. Hierdoor zal er door de warmte meer water verdampen. Een andere manier om de luchtvochtigheid goed te kunnen controleren is door af en toe te sproeien. Dit kan met een normale plantenspuit. Als je het terrarium sproeit, zorg dan dat het hooguit vochtig is, niet nat! Een derde manier om de vervelling voorspoedig te laten voorlopen is door het neerleggen van sphagnummos of keukenpapier in een donkere schuilplaats en dit vochtig te houden. Meer over vervellingen in het ‘medisch’ gedeelte van deze caresheet.
Wat inrichting van het terrarium betreft: de inrichting van het terrarium van een rattenslang is doorgaans vrij simpel. Er zijn een paar vereisten waar het terrarium aan moet voldoen. Het eerste is bodembedekking, of ‘substraat’. Hiervoor zijn een paar dingen goed te gebruiken, maar ik zou zelf cocohusk aanraden, dit zijn blokken die geweekt moeten worden in water, die er goed vocht vasthouden en niet snel schimmelen. Een ander goed alternatief is repti-bark of forest-bark. Dit zijn beide schilfers boombast. Ik raad aan, als je dit substraat wilt gebruiken, dat je de zak bodembedekking eerst een nacht in de vriezer doet, omdat de distributeur van dit product soms nog wel eens springstaartjes (kleine insecten) in de zak doet, om schimmels die nog wel eens in de zak ontstaan tegen te gaan. Repti-bark wordt vaak mooier gevonden dan cocohusk, en het houdt minstens zo goed vocht vast, maar het schimmelt sneller, is vaak iets prijziger en is behoorlijk stoffig, wat nog wel eens problemen in de bovenste luchtwegen van de slang kan veroorzaken.
Een derde alternatief als bodembedekking zijn kranten of keukenrol. Het is makkelijk te verschonen, goedkoop maar helaas ook spuuglelijk. Veel mensen met grote hoeveelheden slangen gebruiken dit omdat het doorgaans makkelijker schoonmaken is, er nooit ‘beestjes’ in de bodembedekking zitten en omdat het heel goedkoop is. Het nadeel van kranten is dat ze er niet uit zien. Het voordeel is dat je het nieuws kan volgen terwijl je naar je slangen kijkt XD
Ornamenten in het terrarium:
De rode rattenslang heeft betrekkelijk weinig nodig: 2 schuilgrotjes, 1 aan de warme en 1 aan de koude kant, 1 ruime waterbak waar het dier minstens helemaal in past voor in de vervelling en een steen of een dergelijk hard ruw object waar het dier langs kan schuren als het vervelt.
Het terrarium dient doorgaans elke 3-4 maanden schoongemaakt te worden (meningen lopen hierover uiteen), poep dient direct verwijderd te worden en het water dagelijks of om de dag ververst. Ik raad zelf aan het terrarium schoon te maken met ‘dettol’, een diervriendelijk schoonmaakmiddel. Natuurlijk na het schoonmaken goed afspoelen met water. Ook dient bij het schoonmaken de waterbak goed geschrobd te worden met een staalborstel of iets dergelijks, om aangekoekte algenresten er goed uit te krijgen.
Voeding:
Het hoofdvoer voor de gut bestaat voornamelijk uit muizen. In feite dienen er 2 vuistregels:
1. Het prooidier moet 1-1.5x zo dik zijn als het dikste punt van de slang
2. Voer niet te vaak, liever te weinig dan te veel
Ik geef hier mijn voedingspatroon, sommige mensen hebben een ander, maar dit is mijn persoonlijke ervaring, en mijn P. guttatus zijn kerngezond
De eerste paar maanden voerde ik mijn slangen pinkie muizen, eens elke 4-5 dagen. Toen de slangen te groot werden voor pinkie muizen begon ik fuzzies te voeren. Nog steeds gelde: 1-1.5x zo dik als het dikste punt van de slang. Fuzzies voerde ik elke 5-6 dagen. Toen ik over ging op springers voerde ik ze elke 6-7 dagen. Nu zit ik op halfwas, die ik elke 7 dagen voer. Als de slangen volwassen muizen eten, voer ze dan elke 10-12 dagen bij vrouwen en elke 12-13 dagen bij mannen. Dit komt omdat het verteringstelsel bij een vrouw vaak beter werkt, en vrouwelijke P. guttatus doorgaans groter worden dan mannelijke. Daarbij zijn ze vaak ook zwaarder en moeten ze veel energie krijgen om goede follikels te produceren. Als je de slang halfwas muizen begint te voeren, mag dat soms ook afgewisseld worden met een eendagskuiken of een gekko. Doe dit het liefst 1/8 voederbeurten, omdat ze niet genoeg voedingsstoffen bevatten om de slang in leven op te kunnen houden.
Ik raad zelf aan slangen in aparte bakken (curvers) te voeren. Zo kan je de slang even hanteren voor het voeren, waardoor je goed kunt zien of er nog dingen aan ‘schelen’. Daarbij zullen de slangen je hand langzamerhand voor iets ‘goeds’ aanzien, en zo is de kans dat je slang minder snel zal bijten hoger. Ook verminder je de kans op het per ongeluk inslikken van bodemsubstraat aanzienlijk als je ze niet in hun eigen terrarium voert. Het inslikken van bodemsubstraat kan tot verstoppingen, ontstekingen en infecties lijden bij de slang, en in het ergste geval tot de dood.
Meer over voeren en problemen bij het voeren onder ‘medisch’ in deze caresheet.
De groei van een Pantherophis guttatus:
Een jonge P. guttatus, net uit het ei is waarschijnlijk zo 0.8 cm dik, en zo’n 20 cm lang. In het eerste jaar zal dit groeien naar zo’n 80 cm lang, en zo dik als je duim. Het 2de jaar zal dit oplopen tot 110-120 cm en zo dik als een flessenhals. Wanneer volgroeid (4-5 jaar) zal het dier zo’n 140 cm lang zijn, en zo’n 4 cm dik.
Kweek, mutaties en lokaliteiten:
De rode rattenslang is een doorgaans makkelijke slang om mee te kweken. Een ervaren houder grapte eens: ‘je zou nog gutteneieren in een vuilnisbak uit kunnen broeden. ‘
De rode rattenslang is een slangensoort met veel door mensen gekweekte mutaties. Denk dan niet meteen aan ‘teenage mutant ninja cornsnakes’ maar meer aan verschillende patronen in de samenstelling van de schubben, bepaalde vormen van albinisme en het kweken met andere kleuren. Veel van deze kweekmutaties zijn niet gevaarlijk voor de slang, maar sommige mutaties kunnen neurologische en psychologische defecten meedragen. Het kweken met deze kleurslagen is momenteel zo uitgebreid geworden dat mensen er hun werk van hebben gemaakt de meest fancy kleurtjes te produceren. Of het kweken met zulk soort mutaties nou een goed of een slecht iets is, daar zijn de meningen sterk over verdeeld.
Om in dit topic een lijst te maken met alle bekende kleurslagen zou veel te veel werk kosten. Er is een handige website die 9/10 kleurslagen toelicht, met foto’s en dergelijke er bij. Onderaan deze caresheet staat een link naar de website.
Lokaliteiten:
Een lokaliteit is in feite hetzelfde als een kleurmutatie, maar dan op een heel andere schaal. Je moet je indenken dat wanneer gutten in verschillende plekken op deze aardkloot in het wild voorkomen, ze door het langzaam doorkweken van kleine veranderingen er anders uit gaan zien. Zo zien rode rattenslangen uit Florida er heel anders uit dan die uit South Carolina of andere delen van de Verenigde Staten. De ‘normale’ rode rattenslang, is de lokaliteit uit South Carolina. Een aantal andere lokaliteiten zijn ‘aztec’, ‘okeetee’ en ‘miamiphase’.
Aztec:
Miamiphase:
Okeetee:
Het kweken met rattenslangen gaat doorgaans vrij makkelijk. Een paar dingen waar je aan moet denken als je een zo hoog en gezond mogelijk aantal baby's wilt produceren zijn:
Een winterrust van minstens 3 maanden, waarin je de slang niet voert en de temperatuur in het terrarium omlaag brengt naar 10-15 graden celcius. Door deze rust kan het vrouwtje beter follikels produceren, en het mannetje gezonder sperma. Na de winterrust moet je met name het vrouwtje heel stevig bijvoeren voordat je haar laat bevruchten door een mannetje, hierdoor wordt de follikelproductie sterk verbeterd.
Het laten paren van de slangen gaat relatief simpel, je zet ze bij elkaar, en wacht tot het mannetje met de hemipenis de cloaca van het vrouwtje ingaat. Dan haal je ze uit elkaar en geef je het vrouwtje rust. Na ongeveer 60 dagen worden de eieren gelegd.
Voordat de eieren gelegd worden gaat het vrouwtje door een ovulatievervelling heen. Dit betekent dat ze nog een keer vervelt voordat de eileg (ovulatie) plaatsneemt.
Als de eieren gelegd zijn, is het belangrijk dat je ze binnen 24 uur in een broedstoof legt. Deze broedstoof moet een temperatuur van 26 graden celcius hebben, en een luchtvochtigheid van 60 procent.
Na ongeveer 60 dagen in de broedstoof zullen de eieren uitkomen.
Gemaakt door Gideon
(Edit: Leviathan)[/b]